Locatie

Broodhuis, Reserves

Datum

1897

soort van object

Geheel

59 waterverftekeningen van Brussel door Carabain
alle geheel (59)

Materialen

Tentoonstelling

Brussel Weleer, 21 oktober 1994 — 06 november 1994

Vervaardigingplaats

Brussel

Opschriften

"J. Carabain" (onderaan rechts)

Afmetingen

hoogte 44.5 cm — wijdte 33 cm
hoogte 60.3 cm — wijdte 47.8 cm (blad)

Inventaris nummer

L.1897.8

Identifier Urban

51946
lees meer

Beschrijving

"De Minimenstraat is een erg lange straat (650 meter), die vroeger nog 200 meter langer was. Voor de bouw van het Justitiepaleis moest namelijk een stuk van de straat worden gesloopt en dan naar het westen afgebogen. Het daarna geïsoleerde uiteinde kreeg in 1900 de naam Montserratstraat. Sinds de 17de eeuw noemde men dit zuidelijke deel de Marollenstraat en het noordelijke de Minimenstraat, naar de gelijknamige kloosters die er toen stonden, terwijl het middenstuk de oude naam van de straat, Bladerenstraat, behield. In 1853 besloot het college van burgemeester en schepen deze toestand te vereenvoudigen en de verschillende stukken bij de Minimenstraat te voegen. Tussen 1851 en 1888, voordat ze in een rechte lijn werd doorgetrokken naar de Zavel en verbreed, maakte ook de huidige Korte Minimenstraat er tijdelijk deel van uit.

In 1897 werd de Minimenstraat tussen de Zavel en de kerk bewoond door welstellende burgers (advocaten en notarissen, handelsvertegenwoordigers, een vice-consul, uitgever, ingenieur, architect, naast winkeliers en vaklui), die daar mooie heren- en huurhuizen in de nieuwste stijlen bouwden. Carabain toont ons echter, van aan de voet van het Justitiepaleis en ter hoogte van de Zwaardstraat, het volgende stuk met de parochiale kerk van Sint-Jan en Sint-Stefaan ter Minimen en het voormalige klooster. De orde van de Minimen bouwde deze kerk tussen 1700 en 1715 ter vervanging van de eerste uit 1621-1624. Ze bestaat nog altijd en heeft een stijl die de overgang weerspiegelt van de Vlaamse barok naar het classicisme. Het barokke kloosterpand ten zuiden daarvan had een binnenhof met een galerij, en een grote tuin. Na de definitieve opheffing van het klooster in 1796 deden deze gebouwen ondermeer dienst als arsenaal, bedelaarsgesticht, tabaksfabriek, steendrukatelier, miltair hospitaal en toen deze waterverftekening werd gemaakt, als vrouwengevangenis. Ze verdwenen in het begin van de de jaren 1920 bij de voltooiing van de Ernest Allaertstraat, waarna men op de vrijgekomen grond het atheneum Robert Catteau bouwde.

Aan de overkant van de straat staan ook nog vandaag twee lage woningen, waarvan de tweede een kern heeft die opklimt tot de 17de eeuw. In 1897 hadden ze bepleisterde gevels en waren er handelzaken in gehuisvest. In het hoge 19de-eeuwse huis ernaast bevond zich de school van de zuster van San Vincenzo di Pauli." (1)

Bronnen

(1) TER ASSATOUROFF, Corinne, VREBOS, Martine, DEKNOP, Anne, GAUTHIER, Catherine. Brussel in aquarel: Een momentopname 1894-1897, Jacques Carabain. Brussel: Museum van de Stad Brussel, 2010, p. 184-185. (Fontes Bruxellæ, nr 5).

Colofon

Discussie